De bankencrisis was er opeens. Gevolgd door verdergaande automatisering waarbij klanten hun zaken konden regelen met een app. Jan werd overbodig. Hij kreeg nog wel een regeling, maar hoefde niet meer op kantoor te komen. Hij moest op zoek naar een nieuwe baan.
Inmiddels is het enige jaren geleden. Hij heeft ongelooflijk veel brieven geschreven. Eerst door een selectie te maken van de banen die het beste bij hem pasten. Daarna door op alles te schieten waarvan hij dacht dat het hem paste. Hij nam deel aan netwerkcafés, volgde workshops om nóg beter te leren solliciteren en oefende nog maar eens hoe hij een sollicitatiegesprek zou moeten voeren.
Nu zit hij uitgeblust op de bank. Hij weet het niet meer. De arbeidsmarkt trekt aan, zeggen ze. Hij merkt er niks van. Niemand zit nog op hem te wachten. De WW loopt bijna af en voor bijstand komt hij niet in aanmerking. Dat heeft hij al uitgezocht.
Bijzonder
Als ik Jan voor de eerste keer ontmoet is hij een lamgeslagen musje. Zijn mooie, zekere leven is omgeslagen in een zich langzaam ontluikend drama naar de afgrond. Hij is boos en verdrietig. Teleurgesteld ook. In al die bedrijven die hem steeds opnieuw afserveren, of erger nog, niet eens een antwoord geven. Hij weet niet hoe hij het tij moet keren en bij elke vraag die ik hem stel, lijkt hij zich meer in zichzelf terug te trekken.
"Weet je wat ik bijzonder aan jou vind?", vraag ik hem. Jan zet grote ogen op. Bijzonder? Hij? "Dat je het steeds opnieuw probeert en dat je het verhaal zo precies en met detail kunt vertellen. Dat is echt bijzonder. Menigeen had de handdoek al in de ring gegooid en was uitgeblust op de bank gaan hangen. Of de hele dag op de tennisbaan gaan staan. In de hoop daar ooit eens mensen tegen te komen." Jan zijn ogen gaan glanzen. "Goh!", stamelt hij. We pakken een nieuwe koffie. Zijn gezicht straalt.
Als we weer aan tafel zitten doe ik hem een paar suggesties over plekken waar hij zou kunnen solliciteren. Van zijn stralende gezicht is niets meer over. Elke suggestie klinkt in zijn oren als een nieuw obstakel waar geen eer aan te behalen valt. Voor elke suggestie heeft hij binnen een minuut 10 redenen bedacht waarom dat niet geschikt is voor hem.
"Doe je dat altijd?", vraag ik hem. Jan kijkt me scheef aan en vraagt: "Huh? Wat doe ik altijd?" "Het cadeau niet aannemen!" zeg ik.
Het cadeau
Mensen als Jan, die langere tijd zonder werk zijn en hun sollicitaties onbeantwoord zien, komen makkelijk in een automatische ping-pong-stand. Dat betekent dat ze weliswaar hun netwerk aanspreken om te vragen of ze hun willen helpen en misschien nog suggesties voor ze hebben, maar dat ze alles wat vervolgens wordt gezegd afserveren. Met een reden erbij. Heb ik al eens gesolliciteerd. Heb ik al eens gebeld. Nee joh, niets voor mij! Zo ben ik niet, hoor! Het gevolg is dat zijn vrienden, kennissen, netwerkmaatjes of wie dan ook, het maar niet meer proberen. Want alles wat ze voorstellen is toch niet goed.
Terwijl het allemaal CADEAUS zijn. Cadeaus om te bekijken, om te draaien, aan te ruiken, open te maken, en je te verwonderen. Als je een cadeau krijgt, zeg je niet "Heb ik al. Niks voor mij". Als je een cadeau krijgt, zeg je "Dank je Wel! Dat is lief van je.
Jan snapt het en is met nieuwe energie op pad gegaan. Hij merkt dat als hij opnieuw zijn vrienden vraagt of ze willen helpen, dat ze terughoudend reageren, maar na enige aansporing toch met een suggestie komen. Als hij ze oprecht bedankt voor hun tip, gebeurt er iets bijzonders...
Zijn vrienden kijken blij. Dat de tip die ze net cadeau gaven, niet is afgewezen, maar met open armen is ontvangen! En dus geven ze nog een tip en nog een. Ach weet je wat? Ze stellen hem zelfs voor aan hun eigen manager. Voor een functie waar Jan niet eens ooit over nagedacht had!